AMD Ryzen 3 2200G en Ryzen 5 2400G met Radeon Vega graphics review


Kijken we terug naar 2017 hebben we in tech-land toch wat duidelijke hoogte- en dieptepunten meegemaakt. De staat van de huidige GPU markt en de geheugenprijzen vereisen geen verdere uitleg wat dieptepunten betreft, maar aan de gezelligere kant van het spectrum hebben we toch ook wat meegemaakt. Eén van de absolute hoogtepunten was de serieuze terugkeer van AMD als serieuze concurrent op gebied van processoren met Ryzen en later ook Threadripper.

Voor we aan de launch van vandaag beginnen wil ik daar nog even bij stil staan en een idee geven hoe wij op 2017 terugkijken wat Ryzen betreft. Absoluut positief ben ik over de reacties van uit de communities wat AMD en Ryzen processoren betreft, het feit dat mensen de processoren omarmen voor wat ze zijn is top, en toegegeven: AMD is ook best ver gekomen. Pre-launch ervaringen waren, zoals was te verwachten, soms best even stoeien, maar inmiddels kunnen we zonder al te veel nadenken een AMD Ryzen build uit de grond stampen, bijna even blind als een gemiddelde Intel Core-nogwat build. Stabiliteit heeft zich duidelijk bewezen ook op onze systemen voor dagelijks gebruik, de koeling van AMD Ryzen en Threadripper processoren is een genot (hou dit even in gedachten, daar komen we op terug), en het enige waar je even stil bij moet staan is de keuze van je geheugenkit voor optimale prestaties; deels vanwege het onderliggende design.

Iets kritischer moeten we ons uitlaten over de indrukken die werden gewekt dat kleine prestatieverschillen op gebied van bijvoorbeeld 1080p gaming wellicht nog met optimalisaties en wat updates verholpen zouden worden. De realiteit bleef dat puur voor 1080p gaming, en dus ook voor zij die enkel gamen en niet profiteren van de extra cores/threads per euro, net een paar procent achterliepen. Het voornaamste zwakke (tot zover je het significant zou noemen natuurlijk) plekje bleek toch ook echt dat, en geen gevolg van ‘oh het is slechts nieuw’.

Hoe dan ook concludeerden wij toen, en daar blijven we nu ook bij, dat AMD terecht en op aantrekkelijke wijze terug is. Er resteerde nog één puntje, vooral aan de onderkant van de markt, en dat was dat AMD processoren geen geintegreerde graphics hadden, en je dus altijd een grafische kaart nodig had om het systeem te kunnen gebruiken. Daar komt vandaag verandering in, want de eerste AMD ‘Raven Ridge’ processoren zijn werkelijkheid. Processoren met geintegreerde Radeon Vega graphics die niet alleen dat praktische probleem oplossen, maar ook nog eens beloven aanzienlijk betere grafische prestaties te bieden dan hun tegenhangers. Tot redelijk serieus gamen aan toe zelfs. Dat klinkt goed, helemaal gezien de onhoudbare prijzen van grafische kaarten op dit moment, en dat gaat dan ook de focus zijn van onze review van vandaag.

“Lang verhaal warning”, voor de liefhebber van “Goed verhaal, lekker kort” staat een verkorte conclusie onderaan.

Twee nieuwe Ryzens


Vandaag richten we ons op twee modellen specifiek, exacte informatie over welke processoren er allemaal komen hebben we niet, dus houden we het even bij de twee processoren die de laatste dagen op onze benches hebben gelegen (op moment van publiceren ongeveer een week, dus de voorbereidingen waren… gezellig druk). Vanwege de beperkte tijd hebben we gekozen om meer tijd in de ervaring te steken (lees: gamen en werken erop) en minder aan de technische achtergrond, vooral omdat er op technisch vlak al veel over Ryzen en Vega geschreven is, en deels omdat er op hetzelfde moment ongetwijfeld mensen met een veel grotere interesse voor de diepgang al de nodige tekst en uitleg over deze chips zullen geven. We houden het dus bewust vooral op de invloed op mensen zoals jij en wijzelf, die deze chips gewoon dagelijks willen gebruiken, en halen de techniek aan enkel wanneer relevant voor het resultaat en niet wanneer het hooguit interessant theoretisch of technisch geneuzel is.

Wel is het altijd fijn rekening te houden met wat de fabrikant -probeert- neer te zetten:


De AMD Ryzen 3 2200G komt te Ryzen 3 1200 te vervangen en komt met vier cores, vier threads, geklokt op 3,5GHz en met een boost tot 3,7GHz. Deze is ditmaal voorzien van 8 Vega CU’s geklokt op 1100MHz en komt met een prijskaartje van 99$. Dit is een tientje onder de adviesprijs van een Ryzen 3 1200, wat het aannemelijk maakt dat deze chip zo rond de 110-120 euro zal kosten deze week, en gaandeweg onder de 100 euro zal duiken wat straatprijs betreft.



De Ryzen 5 2400G komt de Ryzen 5 1400 te vervangen en komt met vier cores, 8 threads geklokt op 3,6GHz met een boost naar 3,9GHz. Deze is voorzien van 11 Vega CU’s die ook nog eens een stuk hoger geklokt zijn: 1250MHz. De adviesprijs is in dit geval gelijk aan de voorganger, maar je krijgt er dus een hogere kloksnelheid en een (in theorie in elk geval stevige) grafische capaciteit bij voor je centen.

Eén opvallend element in de techniek waar we wel even op in moeten gaan is het feit dat beide processoren nu uit één CPU Complex bestaat, waar de voorgangers uit twee ‘delen’ bestonden die met de infinity fabric die de twee verbond (veel over gesproken in de tijd, vooral ook over de invloed van het geheugen waar de laatste maanden nog de nodige aandacht voor mocht zijn). Deze processoren bestaan dus uit één CCX, met de infinity fabric nog wel aan de basis als verbinding tussen de andere onderdelen zoals de graphics cores. AMD heeft er een redelijk uitgebreid verhaal bij waarin de voor- en nadelen (gezien deze opzet minder cache kent) worden afgewogen, maar we kunnen alvast verklappen dat we met de praktische bril op hier niet echt wakker van hoeven te liggen.


Alvast een kleine opmerking met betrekking tot TDP: dit is niet het maximale verbruik, daarvoor zit later een grafiek met verbruiksmetingen. Voordat je dit aan je 65 Watt PSU hangt 😉

Wat relevante zaken over het platform om eventueel rekening mee te houden bij het kiezen van je componenten en antwoord op de meeste HTPC gerelateerde vragen:




Uitpakken en test setup


Ja, AMD heeft de smaak te pakken wat leuke review kits betreft, dat is zeker. Geen luxe houten doos elke keer natuurlijk, maar ook een kartonnen doos (en dit maal lekker in kleur enzo) maakt het toch een gezelliger begin.




What’s in the box?? Well, de twee genoemde processoren, een ITX AM4 bordje van de dames en heren van Gigabyte (ITX altijd reden voor ‘awwwws’), en een 16GB geheugenkit van G.Skill die tot aan 3200MHz rated is.




Beide processoren delen dezelfde verpakking, oftewel de inhoud is gelijk en zo ook de koeler die erbij zit. Speciale aandacht voor het serienummer welke volgens mij gewoon een troll is van iemand bij AMD, love it, leuk garantie claimen met deze units 😉 Processortje in plastic, stickertjes (Zowel Ryzen als VEGA, woo) , en een bovengemiddeld stevig koelertje met voorgeinstalleerde koelpasta. Weinig verrassingen voor mensen die Ryzen al kenden, of elke doos van Intel al kenden wat dat betreft.









Aan de basis staat de AB350N-Gaming WiFi van Gigabyte, een moederbord dat vanaf zo’n 116 euro te koop is en zich meer op HTPC’s en compacte all-round systemen lijkt te richten dan op overclockers, maar again, ITX is altijd schattig en ik zie hier zowel een Cryorig Taku als een In Win Chopin naast mij staan waar ik toch wel wat ideetjes van krijg. De ‘gaming’ heatsink is in elk geval ook schattig, zij het niet de meest indrukwekkende die we kennen.




Maar. Wacht. Ho. Dit is toch al een bestaand moederbord? Jazeker. En nee ik geloof niet dat AMD heilig is en dat ze daar geen zakelijke blik hebben, maar het feit dat je deze nieuwe processoren in de meeste (zolang moederbordfabrikanten de biosupdate maar uitbrengen) bestaande AM4 socket moederborden werken is toch een enorm dikke plus voor AMD wat de totale prijs van je Ryzen build betreft. En ja, we trappen Intel even na met die absolute bullsh-t move dat je voor processoren als de Intel Core i3-8100 een duur Z370 moederbord moet kopen en dat er nog geen betaalbare H310 of iets dergelijks borden uit zijn. Of dat ze helemaal niet werken op 100- en 200- serie moederborden wat dat betreft, pft. Let er alleen even op dat niet alle AM4 moederborden ook video uitgangen hebben natuurlijk.

Maar goed, processortje erin, koelertje erop door vier schroeven aan te draaien…





Dan onze 2x 8GB G.Skill FlareX kit erop, en gaan! Goed, wellicht niet het meest spannende ‘gaming system’ wat we hebben gebouwd, maar ‘klein’ kent ook z’n voordelen.



Om het nog compacter te houden gaan we voor een NVMe SSD in de vorm van de Samsung 960 EVO die mooi achterop past.


En op onze inmiddels aardig ‘geleefde’ Cooler Master testbench (geeft ze karakter) en zoals inmiddels wel bekend van stroom voorzien door onze 650W Seasonic Focus Plus Gold. Voor de goede orde: Dat is een -enorme- overkill voor een setup als dit, maar bij gebrek aan kleine low-power PSUtjes was het of deze ‘goede middenklasser’, of nog veel meer overkill. Daarbij zijn dergelijke moderne voedingen ook prima in staat om zeer zuinige setups efficient te draaien, dus de stroomverbruik cijfers zijn keurig representatief.

Prestaties


Toch maar een paar ‘suffe’ getallen:







Goed, normaliter draaien we er meer, maar alles moet ook een x aantal keer draaien voordat het betrouwbaar is dus vatten we gewoon samen waar dit heen gaat. Of eigenlijk: ik wilde gewoon f-cking gamen met dat ding en die vermoeiende meuk CPU benchmarks had ik gewoon totaal geen zin in! 😉

Lang verhaal kort: De Ryzen 5 2400G is toch een flinke hap krachtiger dan de Ryzen 3, die an sich helemaal zo gek niet presteert, en de Ryzen 5 2400G danst een beetje met de Intel Core i5-8400 die net iets meer kost. Net wat langzamer in de ene bench, net wat sneller in de ander, maar een droogkl.. zal niet direct wakker liggen van dergelijke verschillen. Of het verschil merken. We noemen het dezelfde ‘klasse’ waarbij de Ryzen 5 het voordeel heeft van een relatief hoge kloksnelheid en een groter aantal threads, maar de Intel wel zes echte cores heeft; de verschillen uiten zich op vergelijkbare wijze in de prestaties. Heel sec als CPU geven we de winst aan Intel, maar dan houden we nog geen rekening met de graphics en de huidige prijzen van een voor die processor geschikt moederbord; dat werkt al snel een tientje of drie in het voordeel van AMD, bovenop de vermoedelijk paar tientjes verschil tussen de processoren als we uitgaan van typisch prijsverloop. (echter geen rekening houdend met wat Intel eventueel doet op gebied van nieuwe, betaalbare moederborden).

Gezien de 3200MHz geheugenkit technisch gezien een ‘overclock’ is even wat 2933 en 3200 naast elkaar gezet natuurlijk. Veel lijkt 2933MHz, wat de AMD spec is voor deze chips, je niet te kosten ten opzichte van 3200MHz. Ook de onderstaande ervaring bleek niet anders tussen de twee, al willen we wel met klem stellen dat je geheugen traditioneel een significante impact heeft bij AMD APU’s en dat je dus zeker niet voor minder dan 2933MHz geheugen wilt gaan. Maar goed, zal afhangen van wat er net te koop is natuurlijk, geheugenprijzen houden ook niet over.

De ‘echte’ ervaring


Goed, getallen leggen een baseline, maar hoe is het nu om te gamen met zo’n bak? We hebben ons daarbij vooral gericht op de echte ervaring, want hoewel benchmarks onderlinge prestatieverschillen goed kunnen aanduiden gaat het met een APU om wat anders: valt er wel/niet mee te gamen. En daarbij: Integrated graphics van Intel wisten we vooraf al dat het geen concurrentie ging bieden. Deze processoren staan daarbij dus eigenlijk in een soort vacuum waarbij het er om gaat of het speelbaar is of juist frustrerend. Daarbij komt ook nog eens het probleem dat de FPS values soms heel strak zijn, heck zelfs de frametimes en 1% / 0,1% lows kunnen strak zijn, en dat de ervaring dan nog niet is wat je eigenlijk hoopt. Vooral in competitive games als CS:GO zijn zelfs die 1/1000e momenten soms (juist) cruciaal, en dan hebben we gewoon geen ene .. aan grafiekjes.

Voordat we beginnen toch even een kijkje bij wat AMD zelf zegt over de prestaties. En dan kijken we niet naar de grafieken, maar proberen we vooral wijs te worden uit randzaken; daar leer je soms echt het meeste uit. Zo zien we hieronder dat de 2400G Vega cores gehakt maken van de UHD 630 graphics uit de meeste recente Intels, maar dat wisten we al en het valt juist op dat ze op 720p resolutie testen. Waarom is dat interessant? Op 1080p zou de Vega tenslotte ook gehakt maken van die Intel graphics, maar zouden de absolute getallen minder aantrekkelijk lijken dan de (bijna) structureel 60 fps + resultaten zoals hieronder.


Normaliter moeten we alle grafieken van anderen, zeker van fabrikanten, met een korreltje zout nemen. Echter kunnen we de resultaten van de games die wij ook hebben bevestigen dus hebben we er geen moeite mee de andere niet-door-ons-geteste games even mee te nemen, ze mogen prima als een springplank dienen als je één van deze games graag speelt.

Onderstaande grafiek is ook wel interessant, waarin we zien dat de integrated Vega prestaties van de Ryzen 5 2400G redelijk gelijk opgaan met een Nvidia GeForce GT 1030. “Da’s toch 80 euro aan GPU!” zei de optimist. “Maar welke zot koopt zo’n ding nu voor gaming” zeg ik. Neemt niet weg dat dit toch best een aardig indicatie van prestaties is.


Goed, we gaan gewoon lekker knallen! Zoals gezegd kloppen bovenstaande prestaties met benchmarks op 720p die wij draaien, dus we gaan gewoon naar de resolutie waar we anno 2018 op verwachten te gamen: 1080p. Settings nemen we een meer ‘casual’ approach, want we denken dat je in een integrated graphics systeem nu eenmaal moet accepteren dat je altijd een beetje moet tweaken om je eigen balans tussen graphics en een lekkere framerate te vinden. Ons uitgangspunt was daarom ‘medium’.

CS:GO werkt vlot op de Ryzen 5 2400G; veelal 140-170 FPS, af en toe wat ‘dipjes’ onder de honderd, maar op alle momenten zeer goed speelbaar en geen mometen waarbij we de schuld van een death bij de pc legden. Op Medium uiteraard, maar wat met 1080p meer dan prima vertoeven is. Er is wat ruimte om wat fancier in de details te gaan ten koste van wat frames afhankelijk van hoe gevoelig je daar voor bent. Merkbare lag of framedrops is geen sprake van, dus we kunnen er ‘erg goed’ mee gamen. Dat gezegd hebbende, we vermoeden dat wanneer je echt op topniveau wilt spelen geen genoegen neemt met een setup zonder losse GPU, maar het werkt opvallend goed.

Hoewel we vooraf niet hadden verwacht dat er een enorm gat tussen de 2200G en 2400G zou zitten toonde dat wel in CS:GO, want de Ryzen 3 deed het beduidend minder. 1080p, zelfs op low, had toch af en toe net even een stuttertje die je je niet kan veroorloven in een competitive shooter. Resolutie verlagen werkt goed genoeg, maar we trekken onze lijn bij 1080p.

Next up was PUBG, toch wel -de- game van dit moment. Hoog ingezet voor een integrated graphics zou je denken? Het bleek ‘te’ hoog ingezet: Ongeacht de resolutie of setting bleek deze game gewoon niet speelbaar. Random freezes, rare lag momenten waarbij je weer teruggewarpt werd naar waar je 10 seconden geleden stond, een framerate waar je zelfs in de jaren 80 geen genoegen mee had genomen. Goed, deze game is ook zeer matig geoptimaliseerd, maar voor jou de gamer maakt het niet uit: met deze Ryzen 3 of 5 wil je dit niet spelen.

Fortnite dan, het free-to-play alternatief op bovenstaande. 1080p medium op beide systemen uitstekend speelbaar zonder merkbare issues! Da’s toch lekker voor een ‘game pc’ zonder grafische kaart dat je zo’n populaire shooter goed kan spelen. De Ryzen 5 geeft wat headroom voor hogere settings, maar we prefereren de 100+ fps waardes van een lagere setting meer dan wat extra graphics, helemaal omdat (subjectief) die game er op elke setting als een peuterspeelzaal uit ziet.

Om bij de peuterspeelzaal te blijven: World of Warcraft! Ryzen 3 2200G, 1080p, Medium, en gaan! 60-70 fps questing, 30-40 FPS in 25 man raid met verzakkingen rond de 25 op drukke momenten. Prettig genoeg geen echte spikes, dus ten alle tijden goed speelbaar, maar net als bij CS:GO zullen we hier stellen dat je voor een hoog niveau raiding net even wat meer power wilt dan deze 100 euro APU. Maar, best knap, gewoon een hele aangename ‘casual’ game experience op die chip! Ryzen 5 2400G uiteraard een stuk krachtiger met genoeg ruimte voor wat luxere settings, of ‘medium’ zonder enige moeite vasthouden in grotere raids. Consider us impressed.

Overwatch mag dan wel ‘de toegankelijke’ shooter zijn, maar het blijft competitive en daarom is een zeer soepele ervaring cruciaal. Beide processoren bleken toch moeite te hebben met 1080p medium, maar een drop naar ‘low’ bood niet voldoende ademruimte. Hoewel eerdere games een redelijk stevig gat in ervaring toonde tussen de twee Ryzens gedroegen ze zich hier nagenoeg gelijk. Framerates zijn redelijk eenvoudig op een aardig niveau te krijgen, bijvoorbeeld door de settings op low te zetten, maar dan nog zit er af en toe een hapering in. En hoewel de Ryzen 5 2400G 1080p low een groot deel van de tijd soepel presenteert zijn die aller drukste momentjes met een dipje genoeg om het gewoon hard af te raden. Met de Ryzen 5 2400G kom je met 720p resolutie wel goed uit de voeten, maar de Ryzen 3 heeft daar ook nog z’n momenten. Mjeh, het kan er mee door, maar we worden er niet helemaal happy van.

DOTA 2 dan. Een soort copy/paste van World of Warcraft. Beiden presteren 1080p medium netjes, meestal strak boven de 50-60 fps. Maar in de drukste delen van de actie weet de Ryzen 5 de framerate (merkbaar) stabiel te houden en toont de Ryzen 3 net af en toe wat momenten van zwakte waarbij je dan toch de neiging krijgt wat aan de settings of resolutie te doen. Rocket league? Zelfde verhaal. Beide in de basis prima, maar de Ryzen 5 blijft een stuk stabieler en met de Ryzen 3 zouden we toch een setting of resolutie drop willen.

Gaming, vervolg


Op dit moment hadden we onze mening voor de gamende doelgroep eigenlijk al klaar. Kijken we naar de kosten van een beetje SSD en een 16GB geheugenkit (zo maar 180 euro) op dit moment dan moeten we stellen dat zelfs ‘een beetje’ instap game-pc al best geld kost. Gaan we uit van een tientje of 5 a 6 tussen de Ryzen 3 2200G en de Ryzen 5 2400G dan vinden we die, op het geheel, echt zo gek niet. Of de meer-prestatie nu uit de extra en snellere Vega cores komt, of uit het feit dat de Ryzen 5 multi-threaded is, dat maakt ons niet uit: de game ervaring met de Ryzen 5 2400G laat ons achter met het gevoel dat dit prima vertoeven is voor een low-budget (of tijdelijke) oplossing, terwijl de Ryzen 3 ons als gamers het gevoel achter laat dat we toch net even meer zouden willen. Er zit weliswaar 50% kostprijs verschil tussen de twee chips, maar op een totaal systeem zakt het relatieve verschil eerder in naar z’n 10%, terwijl het gat in de ervaring toch een stuk groter voelt dan dat.

We lieten de Ryzen 3 dan ook even voor wat hij is, en knalden nog wat games tegen de Ryzen 5. Het werd een ervaring van hits en misses, zoals AMD’s eigen grafiek eigenlijk al toonde. Een game als Skyrim loopt als een malle, en ook rustigere games als Cities Skylines en Civ VI draaien meer dan prima wat een mooie meevaller is voor de casual gamer. Echter een game als Deus Ex of Wildlands loopt voor geen meter ongeacht of je hem op 320×200 pixels draait of op superultrameuk detail. We zijn oprecht verrast over de prestaties die uit deze chips komen, maar het sleutelwoord blijft ‘concessies’. Er zijn games die je gewoon niet gaat kunnen spelen en dat heb je maar te accepteren, maar zolang je die accepteert vind je alsnog heel veel games waar je prima van kan genieten en zonder dat je op ultra lage resolutie of settings hoeft te werken. Tot zover concessies gaan is dat geen slechte.

Gaming, dedicated GPU


Eén van de zaken waar gamers redelijk op hamerde bij AMD was het feit dat in menig game benchmark een combinatie GPU met Intel CPU net wat beter scoorde dan dezelfde GPU met AMD CPU, waarbij het vreemd genoeg niet eens gek veel uitmaakt welke kloksnelheid of hoeveel cores je hebt. Hoe, wat, waarom? Daar gaan we niet te veel op in. In de tijd van onze Ryzen 7 reviews pakten we een (te) kleine selectie games waar weinig significants uit kwam, maar in verloop van tijd bleek een consequent gat van een paar procent toch feit. Er werd gespeculeerd over driver updates, of over optimalisaties vanuit game devs, maar we zijn een jaar verder en de situatie is feitelijk niet anders.

Ook hier halen we eerst even de grafiek van AMD zelf aan, die best een aardig beeld schetst van de werkelijkheid.


We pakten onze MSI Radeon RX 580+ erbij en draaiden er ook een paar:



Een aantal eigen benches met games die feitelijk hetzelfde beeld bevestigen, al vergelijken wij hier met een Intel Core i7-7700K wat natuurlijk net nog even krachtiger is. Wat wellicht ook een rol speelt is dat er 8 in plaats van 16 PCIe lanes zijn voor een grafische kaart, al is dat verschil in de regel niet meer dan ~1%. Het maakt allemaal niet uit, en de paar benches die we ‘even snel’ (lees: niet meermaals en niet met constante saniteer acties tussen de benches door) draaiden gaven allemaal hetzelfde beeld als wat je hierboven al ziet. Wat je ziet is gewoon representatief, en daar nemen we genoegen mee.

Zoals ik het zie:
– Zoek je een CPU puur als ondersteuning voor je (dikke) grafische kaart heeft Intel het voordeel. Geen discussie.
– Intel Z370 bordje plus Core i5-8400 zal je normaliter iets meer kosten, al staat het redelijk in verhouding tot de verschillen op papier.
– Je zal best scherp moeten zijn om echt een andere ervaring te hebben met een mid tot mid-high end GPU met een Ryzen processor eronder in plaats van een Intel processor en als je op de centen let is het geen onaantrekkelijk voorstel.
– De meeste AMD Ryzens hebben hun eigen unieke voordelen die bovenstaande -kunnen- compenseren.

Zoek je enkel een gaming CPU voor een GPU, dan is het vrij simpel. Anderzijds kunnen we ook stellen dat de AMD Ryzen 2400G dus wat goedkoper is, dat het verlies ten opzichte van de besparing (of we nu naar de 7700K of de grafiek van AMD zelf kijken) zo gek niet is, en in geval van deze nieuwe Ryzen 2400G hebben ze dus nog een troef: de integrated graphics zijn een klasse apart.

Voor de goede orde, daar heb je weinig aan wanneer je direct een grafische kaart koopt, het is niet zo dat je ze kan combineren voor nog meer grafische kracht. Maar met degelijke grafische kaarten niet of nauwelijks te koop, zeker voor normale prijzen, hoe zit het dan als je wel aan een nieuw systeem toe bent maar de markt even af wilt wachten? Dan zijn die graphics zo gek nog niet. Daar zien we een duidelijke situatie waarin deze processoren toch interessant zijn.

Stroomverbruik en warmte


Even terug naar het droge. Stroomverbruik en temps:


Idle doen beide chips het uitstekend, en onder volle CPU belasting zijn ze ook niet verkeerd. In-game, waarbij de GPU en CPU dus beide werken (GPU veelal voluit, CPU deels) zitten ze beide ongeveer ook rond dergelijke getallen, zo’n 80 om 100 Watt voor de 3 en 5 respectievelijk. Pieken liggen niet onverwacht nog wat hoger, net boven de 100 en net geen 140 Watt. Dat is enkel wanneer CPU en GPU vol worden belast in bijvoorbeeld AIDA64, wat niet de meest praktische load is.

Hoewel nette getallen dienen we ook even naar de koeler te kijken die erop zit, want meer dan 100 Watt afvoeren is geen peuleschil en zo groot is die koeler niet. Hoewel we de Ryzen 3 tijdens games en benchmarks de 70 C niet zien passeren en daarbij ook zien dat de koeler nauwelijks aan het werk hoeft is de Ryzen 5 toch wel een ander verhaal. Geregeld zitten we boven de 100 Watt bij een langere game en dan zien we de processor ook een stuk warmer worden. 80 graden is niet direct een issue voor de processor, maar het is significant hoger dan we voorheen bij Ryzens zagen en de oorzaak wordt ook door AMD gegeven: Net als Intel kiezen ze voor de kostenbesparing van ‘non-metallic TIM’, oftewel gewone koelpasta tussen de chip en de heatspreader.

Niet alleen kan de chip dan wat minder goed warmte kwijt, maar de impact van een dikke koeler neemt ook af zoals we bij Intel de laatste jaren zagen. En dat is best jammer. Nu kom je er in een case met een degelijke airflow er wel mee weg, maar we zien eerder meerwaarde in extra koeling op je processor dan bij een Intel Core i5-8400 het geval is die je met een stock koeler weliswaar niet onhoorbaar kan houden onder load, maar wel ver bij de 80 C verwijdert houdt. 80 C tijdens gamen op een open bench laat tenslotte weinig speelruimte voor kleinere, meer gesloten cases, laat staan overclocken waar we niet aan toe zijn gekomen maar we toch wel enige hoop van hebben. En daar gaat toch een deel van onze besparing. Jammer, gezien ik vermoed dat de besparing bij AMD een stuk minder significant is. We moeten er in elk geval weer stil bij staan, en dat was net nou zo’n lekker plusje van de eerdere Ryzens.


Overclocken (of under, als je dat wilt) kan zoals voorheen met de Ryzen master utility. Die applicatie werkt zoals altijd prima en doet overzichtelijk zijn ding, al hebben we nog geen OC-tijd gehad om te zien hoe veel verder we deze processoren kunnen krijgen.

Conclusie Ryzen 3 2200G(lang)


Ik zeg conclusie, maar ik bedoel eigenlijk ‘rant over de positie van de CPUs’, al is het zoeken van de doelgroep natuurlijk altijd een cruciaal deel van de review. Voordat we heel specifiek kijken naar de positie van de Ryzen 3 2200G even een korte samenvatting van wat deze processor is: een gepimpte (lees: sneller geklokte) Ryzen 3 1200 met geïntegreerde graphics. En damn aardige graphics natuurlijk ten opzichte van wat we bij Intel destkop processoren zien de laatste jaren. Toch zet het ons in een lastige situatie, want hoewel menig game op 1080p (medium) echt prima speelbaar is (Fortnite, World of Warcraft (zelfs wat raiding), DOTA 2, Rocket League om er maar een paar te noemen) moet je voor menig andere game in detail inleveren of zelfs in resolutie, en het laat niet gek veel ruimte voor grafische ontwikkelingen in games in de komende paar jaar. Er valt zeker wat (genoeg) mee te doen aan de grafische kant, en het is niet zo dramatisch goedkoop al bij elke recente Intel graphics update waarbij het elk jaar ‘het is beter!’ gevolgd wordt door ‘je kan er alsnog weinig mee’, maar het woord ‘consessies’ is nadrukkelijk aanwezig in onze ervaringen de afgelopen week. Je moet de definitie van ‘gaming’ dus redelijk lichtjes opvatten: het kan als je flexibel om wilt gaan met welke games je speelt en welke settings dan werken, maar zelfs voor de populairste ‘lichtere’ games van dit moment (denk aan CS:GO) willen we toch net wat meer.

De meerwaarde in de huidige markt zoeken we dan ook niet zo zeer in het kunnen van de grafische chip, maar wel in de simpele aanwezigheid ervan. AMD Ryzen had geen geintegreerde graphics, en dat gaf Intel het alleenrecht op budget en semi-budget consumentensystemen. Onderin de markt voor builds zonder losse GPU lag de echte keuze tussen een budget Pentium G4560 setup (2 cores, 4 threads en betaalbare B250 moederborden) of een Intel Core i3-8100 (4 cores, met een ‘duur’ Z370 als voornaamste achilleshiel). De AMD Ryzen 3 2200G is flink krachtiger dan de Pentium wat gezien de prijs ook nodig is, en concurreert als CPU praktisch gezien aardig met de Intel Core i3-8100 terwijl dankzij de backwards compatibility met bestaande AM4 borden, een lagere aanschafsprijs en een flink sterker graphics pakketje het totale gevoel van waar voor je geld toch een heel stuk sterker is dan Intel. Huzzah, de doelgroep?

Nou. Ja en nee. In absolute termen prima natuurlijk, maar dat hele prijspunt is altijd een beetje een lastige geweest in de markt. Voor de meest basale taken voldoet een iets goedkopere oplossing ook en probeer je elk tientje te bezuinigen welke je niet gaan benutten, terwijl wanneer je wel wat hogere eisen stelt toch snel meerwaarde vind in een krachtigere CPU. Met 16GB geheugenkits al richting de 200 euro en een 256GB SSD al snel richting de 100, hebben we het hier toch over systemen die richting de 500 euro gaan wanneer we alles bij elkaar optellen. Wanneer je straks voor pak em beet 10% een Ryzen 5 2400G kan kopen die veel krachtige is als CPU en als game-machine is dat toch wat druk op de ketel van de Ryzen 3. Het concept ‘het voldoet’ zal ook een rol spelen wat de integrated graphics van Intel betreft voor niet-gamers, en met goedkopere 300-serie moederborden van Intel inmiddels al hier en daar besproken zal de huidige positie van de Ryzen 3 2200G ongetwijfeld niet onbeantwoord blijven.

De positie van de Ryzen 3 2200G is dus an sich prima, en als dit dan precies binnen je gestelde budget valt is het helemaal leuk en aardig en what not, maar zoals bij elke andere ‘net niet helemaal budget’ CPU in de geschiedenis lonkt de volgende, niet zo veel duurdere upgrade dus. Zelf vraag ik mij dan vooral af waarom er niet gekozen is voor een wat meer basic GPU prestatie (‘het voldoet voor niet-gamers’) op een nog lager prijspunt, een echte quadcore ruim onder de 100 euro is voor basic taken is tenslotte een aantrekkelijk idee. Maar ook over de AMD kant wordt genoeg gespeculeerd dat ze een dergelijke chip wel in de pijplijn hebben zitten. Een Ryzen ‘Athlon’ concurrent voor de G4560 of iets dergelijks? Komt u maar!


Conclusie Ryzen 5 2400G(lang)


Kijken we naar de Ryzen 5 2400G dan voelt dat toch direct als de flink aantrekkelijkere optie. Natuurlijk ligt de adviesprijs een stuk hoger, maar op de totale kosten van een systeem is het zo gek niet meer en we krijgen hier multi-threading plus een flink betere game ervaring. In hoeverre het uit de extra threads, extra Radeon Vega CU’s of de hogere Vega kloksnelheid komt maakt niet veel uit: de benchmarks en ervaringen tonen een klasseverschil.

Je zal nog altijd geen Ryzen kopen wanneer je puur en enkel voor gaming wilt gaan en direct een losse GPU koopt. De verschillen zijn weliswaar klein, discutabel niet significant op de ervaring, maar ze zijn er. Ook vanuit het ‘meer cores voor je geld’ perspectief zien we ook in dit middensegment nog de nodige concurrentie: de nipt duurdere zes-core (niet multi-threaded) i5-8400, en wanneer we zowel CPU prestaties wegen als echt willen gamen met een losse grafische kaart is de zes-core multi-threaded Ryzen 5 1600X die slechts wat tientjes duurder is natuurlijk net weer even leuker.

Tot op zekere hoogte moeten we de Ryzen 5 2400G dus ook beoordelen in een vrij krappe budget bandbreedte, waarbij het dan gunstig is dat hij als CPU krachtiger is dan de iets goedkopere i3-8100, helemaal wanneer de kosten van het platform bij Intel op dit moment het prijsvoordeel grotendeels teniet doet. Een i5-8400 wordt soms verslagen maar is door de bank genomen de krachtigere CPU, maar die is (wederom zeker met een Z370 moederbord) dan ook duurder. Sec geen slecht uitgangspunt.

De echte charme zien we echter in de twee elementen waar op dit moment geen concurrentie voor is. Zo kan je met een Ryzen 5 2400G eigenlijk best aardig gamen. Niet alles, maar menig populaire game, en zeker rustigere games, komen op 1080p aardig voor de dag. Je zal nog altijd concessies moeten doen: in sommige games detail of zelfs resolutie, andere zware games zal je nooit kunnen spelen, maar je kan er best veel -wel- mee doen. Denken we aan kleine ITX builds bijvoorbeeld zonder ruimte voor grafische kaarten, HTPC’s (hardware H.265 ondersteuning, ook fijn!) met een beetje gamen bijvoorbeeld? Da’s toch leuk! Wel vinden we het een domper dat AMD Intel volgt wat bezuinigingen betreft op de interne koeling, want hoewel we niet vast kunnen stellen of het door de Vega cores komt of de goedkopere pasta is het resultaat dat een Ryzen 5 2400G met de stock koeler op het randje van het praktisch wenselijke zit. HTPC en ITX cases zijn normaliter zelden de best koelende, terwijl enige airflow toch wel gewenst is. Ca 100 W verbruik in-game (of ca 140 W piek) voor een totaal systeem is enerzijds erg netjes, maar niet iets wat je ‘even’ afvoert. Desondanks valt er zeker wat leuks van te maken, en dat waarderen we.

De andere unieke rol die we voor de Ryzen 5 2400G zien is die van overbrugger. Voor mensen die echt aan een nieuwe machine toe zijn maar die in de huidige waanzinnige (negatieve manier) GPU markt problemen hebben om een game-pc te bouwen. 400 euro voor een GTX 1060 bijvoorbeeld, ouch, om over RX kaarten maar te zwijgen. Nu is het lastig om een tijdelijke oplossing goed naar waarde te schatten, maar het is geen onredelijke schatting dat het drama op de GPU markt voorlopig niet ten einde is. Met een Ryzen 5 2400G kan je je met de geïntegreerde graphics prima vermaken totdat een geschikte grafische kaart voorbij komt. Als pure game processor houdt Intel door de bank genomen wel het voordeel, maar zonder losse grafische kaart is dat geen geweldige ervaring.

Uiteraard zal de gamer zich afvragen of hij/zij niet beter voor een i3-8100 kan gaan met bijvoorbeeld een GTX 1050 Ti of RX 560. Dat kost je wel wat (al gauw richting de 150-200) meer, maar het is ook een feit dat je game ervaring dan een stuk minder concessies vereist. Toch vinden we dat ook niet echt de ervaring die je eigenlijk wil: het is krachtiger, maar er zijn nog altijd games die je niet goed voor de dag krijgt. Voor een ‘echte’ game ervaring kijken we toch echt richting de RX 570 of GTX 1060, en dan praten we op dit moment over een hele andere budgetklasse.

Met dat in het achterhoofd vinden we de concessies die je moet nemen met een 2400G vandaag zo gek niet. Zelfs al lopen de framerates nipt achter op een Intel build met exact dezelfde GPU nemen we aan dat je deze chip gebruikt om het gat te overbruggen naar een tijd, vermoedelijk (of hopelijk) enkele maanden verder waarbij je voor hetzelfde geld een dikkere GPU kan kopen. En op dat moment heb je toch echt meer profijt van de zwaardere GPU dan van de onderlinge verschillen tussen de CPU’s. De toekomst is natuurlijk altijd koffie dik kijken, wie weet wordt het nog slechter, of wellicht komt Intel in de tussentijd met een ander antwoord, maar we zijn redelijk overtuigd dat een degelijke quad-core / acht-thread processor toch echt eventjes vooruit kan en ook van het feit dat we met deze chip ons goed kunnen vermaken.

Ik ga in elk geval eerst even kijken of we dit monster in de In Win Chopin verwerkt krijgen, want dit schreeuwt er stiekem toch om tot een ultra compacte gaming HTPC omgetoverd te worden!


Conclusie (kort)


Beide processoren laten dus keurige zaken zien op hun respectievelijke prijspunten. De zwakste plek blijft het feit is dat zij die puur en enkel games spelen met een losse grafische kaart net beter bij Intel uitkomen, maar AMD houdt net weer het voordeel van meer cores en threads voor je geld, wat bij andere doeleinden (in de regel) weer wat voordeel biedt. Op zich is dat al heel leuk gezien Intel tot aan Ryzen helemaal het alleenrecht had op zinvolle consumentenprocessoren; met Ryzen deed AMD weer mee, en dat doen ze hier weer.

Het voornaamste ‘probleem’ blijft dat een upgrade altijd om de hoek ligt voor een paar tientjes meer; de realiteit voor elk budget en semi-budget component waarbij je als reviewer veelal te snel en makkelijk aanneemt dat iedereen maar even wat tientjes extra uitgeeft. Het is desondanks zaak dat AMD niet alleen blijft concurreren op deze twee punten (of zeg tussen de 100-200 euro) maar vooral ook gaat concurrreren op de prijspunten waar ze dat nog niet doen, lees: AMD heeft nog goedkopere Ryzens nodig met geintegreerde graphics om druk te zetten op de Pentiums van deze wereld. De Ryzen 5 toont zich een persoonlijke favoriet vanwege de veelal prima leefbare game prestaties en extra (meer niche) doeleinden zoals compacte grafishe-kaart vrije compacte HTPC/Gaming builds of die rol als overbrugger voor mensen die pas later een grafische kaart aan willen schaffen. Gezien dat de rollen zijn die AMD voor ogen hadden kunnen we in elk geval zeggen dat ze daarin zijn geslaagd.



We kennen de Ryzen 3 2200G onze ‘approved’ label toe, de Ryzen 5 2400G krijgt de meer waardevolle ‘recommended’ award.

Tips en opmerkingen


Wat kleine tips en algemene opmerkingen voor Ryzen 2000-series bouwers:
– DDR4 2933 MHz geheugen is het uitgangspunt. 3200 MHz geeft objectieve voordelen die leuk zijn in grafieken, maar de praktische ervaringen ontlopen elkaar niet significant; in een blinde test in enkele games kunnen we niet aanwijzen of het geheugen op 3200 of 2933 staat.
– AMD raadt aan de geheugenbuffer voor graphics op 2GB te zetten voor de beste prestaties. We zien slechts een marginale impact tot dusver, maar het zal per game verschillen. Kijk er dus even aar.
– Hoewel de nieuwe processoren backwards compatible zijn met eerdere moederborden en chipsets vereisen die wel firmware updates. Alle fabrikanten hebben de nodige updates aangekondigd, maar zeker de eerste weken is de kans reeel dat webshops ‘oudere’ stock verkopen. Check dus even met ze of de bios geupdate is voor deze processoren.
– Niet alle bestaande AM4 moederborden hebben video uitgangen, let daar dus even op!
– Stroomverbruik is an sich chic voor de prestaties, maar een Ryzen 5 2400G onder volle belasting zoekt de grenzen op van deze koeler bij gangbare geluidsproducties. Ga je voor de stock koeler en verwacht je intensief te gamen of creatieve taken te doen zorg dan tenminste voor een ‘redelijke’ airflow case of overweeg een zwaarder koelblok. De Ryzen 3 2200G heeft wat ademruimte, maar vermijd hotboxen.
– Gezien ons piekverbruik aan de muur (totale build met één SSD en wat randappatuur) zal je grofweg rekening moeten houden met een 120W voeding voor een Ryzen 3 2200G of een 180W voeding voor een 2400G, zo hou je een beetje ruimte over.
– Oudere versies dan Windows 10 lijken niet (volledig) te worden ondersteund.
– Freesync hebben we niet specifiek bij stilgestaan. Maar de aanwezigheid ervan plus het feit dat Freesync in tal van (budget) monitoren aanwezig is mag als een dikke plus geteld worden voor de budget gamer.

Kanttekeningen:
– Zoals vaker is de hoeveelheid tijd voor testen pre-launch beperkt geweest, er zullen dus nog wat updates volgen. Ook laat dit weinig ruimte voor ‘extra’ zaken waar je in de regel toch wel naar wilt kijken. Neem dus zeker ook wat andere reviews en ervaringen in je op. Wij hebben geen technische problemen ervaren, maar dat sluit nimmer per definitie iets uit.
– Wat een toeval? Videocardz.com meld vanmorgen dat er uit ASRock bios informatie wat bewijst lijkt te zijn voor een aankomende Ryzen 3 2200GE, een lager gepositioneerd model met iets lagere kloksnelheid en flink geknepen GPU. De ‘het moet voldoen’ optie waar ik het eerder over had dus. AMD concurrentie voor de echte budget chips lijkt dus ook daadwerkelijk in aantocht.



Enkele hogere res fotos voor de liefhebber, klikken voor de volledige versie:

Over Stephan
Stephan en Nada kennen elkaar dankzij online gaming en een liefde voor toffe tech. Tegenwoordig houden zij elkaar bezig met maken van reviews van computer hardware. Hun doel: Uitgebreide reviews die je een realistisch beeld geven van wat je van het product mag verwachten.