Samenvatting


Cooler Master goes addressable RGB, en dat oogt erg lekker. Installatie en koelprestaties dik in orde, minimale geluidsproductie mag nog wat lager, en de garantie mag nog wat langer, maar het prijsvoordeel ten opzichte van luxere opties is wel heel erg groot om de pijn te verzachten, zeker gezien het er allemaal lekker gelikt uitziet. Aansturing via de fysieke controller met optie om via aRGB headers op je moederbord aan te sturen ook een fijne plus. Niet perfect, maar voor dit geld een hele leuke, aantrekkelijke optie: 8/10.


Cooler Master MasterLiquid ML240R review


Weer een MasterLiquid? Yep, weer een MasterLiquid! Ditmaal de Cooler Master MasterLiquid ML240R waar de R staat voor…. Geen idee eigenlijk. AdReseerbare Rgb? Really good looking sh*t? Random R? Anyway, het is de addressable RGB versie in de Cooler Master lijn en zoals te verwachten is het daarmee ook hun duurste unit, de ML240R komt op ca 119 euro uit waar de non-RGB en standard-RGB versies een stuk goedkoper zijn.

Een stevige meerprijs enkel voor meer, instelbare ledjes? Nee, er bleek nog wel wat verschil in te zitten. We gaan aan de slag!

Uitpakken, bouw en features


Meteen zien we al dat de constructie van deze MasterLiquid wat anders is. Nette eerste indrukken: strak rad, nette sleeved slangen, pomp constructie is ook mooi neutraal gehouden. Iets meer plastic dan de (duurdere) NZXT tegenhanger, maar we vinden dit meer dan netjes.





De fans lijken onveranderd, op de verlichting na dan. Enerzijds een enorme plus dat addressable RGB fans inbegrepen zitten, bij zowel NZXT als Corsair (die al duurder beginnen) moet je die er nog los bij kopen. Kwalitatief oogt het daarentegen wel weer wat eenvoudiger dan die duurdere alternatieven, dit blijft een beetje hangen in het gevoel van ‘mid-range’.



Nu wordt het leuk, want deze ML240R kan zowel via een (addressable!) RGB header op je moederbord worden aangestuurd als met fysieke knoppen op de controller zelf voor moederborden zonder die vrij recente header. Fijn is dat de controller magnetisch is gemaakt, dus die plakt van zichzelf lekker vast aan de achterkant van je moederbord tray bijvoorbeeld. We kunnen eventueel vier addressable RGB fans (of andere addressable RGB zaken, denk aan een LED strip) op de controller aansluiten.






Knopjes voorop, magneet achterop, SATA power, en een berg aRGB aansluitingen voor je fans.

Specificaties


De specs van Cooler Master:


Montage


Installatie van een AIO stelt zelden veel voor, en ook hier is het begin niet heel anders. Backplate met schroefjes erin, die plaats je achter je moederbord, stand-offs erover…




… Intel of AMD clips op de pomp schroeven (wij gebruiken hier Intel), sticker niet vergeten te verwijderen, koelpasta erop, en met vier schroefjes zit het geheel vast.




Als AIO zien we dat er geen overlap is met expansiesloten, en ook het geheugen blijft geheel vrij.


Daarna wordt het toch even wat interessanter, want al die RGB dingen die vereisen aardig wat kabeltjes. Zowel met controller als wanneer je een moederbord aansturing gebruikt, zoals hier op onze Asus ROG X Maximus X Hero, heb je toch een aardige kabelsoep die je moet wegwerken. RGB splitter kabels, twee fans met kabels, pomp met kabels, etcetera.




Gelukkig werk je het ook weer eenvoudig weg, op de foto hadden we alleen het kabeltje over het I/O deel nog even langs de 8-pin CPU power moeten leiden en dan hadden we er niets van gezien.




Cooler Master heeft al een handig filmpje gemaakt waarin de werking van de controller wordt uitgelegd, dus dat hoeven wij niet meer te doen:

Testmethode


We blijven vanaf heden volledig trouw aan onze nieuwe Intel Core i7-8700K setup in combinatie met de ASUS ROG Z370 Maximus X Hero en onze trouwe Seasonic Focus Plus Gold Platinum Plus Titanium Ultra nogwat, ik kan de namen niet bijhouden soms. Het liefst wil je zo veel mogelijk op één platform blijven, maar nu 6 cores het nieuwe mainstream is, met een hoger gebruik tot gevolg, is die stap ons inziens toch echt praktisch relevanter dan vast te houden aan de Intel Core i7-7700K. We zijn nu zo ver dat we een goede, rotsvaste setting hebben voor de temperaturen en geluidsproductie, we hebben lang zitten knutselen wat voltages betreft, afstelling van kleine details in de bios en het opzetten van een geheel vaste opstelling die zowel wat luxere koelers als instappers kan vergelijken, en het is nu vooral een kwestie van koelers (her)testen om de lijst weer zo lang te krijgen als voorheen. De meer nauwkeurige resultaten zijn het m.i. echter waard.

Alle instellingen staan vast zoals voorheen, minimaal 20 minuten burn-in op welk moment we normaliter al steady-state hebben bereikt voor deze processors, en vervolgens meten we het gemiddelde over een periode van 15 minuten. Dit op een open testbench, zonder verdere koeling aanwezig, en genormaliseerd naar de kamertemperatuur; dit kan je binnen een paar graden afwijking zonder problemen normaliseren. Enkele uren tot een dag later en de nodige burn-in verder, herhalen we de test voor een grotere betrouwbaarheid.

Nadat beide tests tweemaal zijn uitgevoerd wordt elke koeler opnieuw gemonteerd om eventuele fouten van onze kant bij monteren uit te sluiten. Afwijkingen die we daar tot dusver zien zitten meestal (mits we onze taak goed doen) in de tienden van graden tot hooguit één graad Celcius. Resultaten binnen 1 C van elkaar kan je dus als meting-technisch gelijkwaardig beschouwen en hanteren wij dan ook als maximaal gewenste afwijking tussen de meetmomenten, anders begint het proces opnieuw totdat we een resultaat hebben dat we betrouwbaar reproduceren. Heel praktisch bekeken kan je jezelf ook afvragen wat een verschil van 3, 5, of soms nog wel meer graden nu echt uit maakt in je build, maar dat neemt niet weg dat we daar termen als ‘beter’ en ‘minder’ met overtuiging kunnen toepassen.

Ter info: een open testbench is in de regel niet beter dan een goede case. Een case met zeer goede airflow laat normaliter een iets betere prestatie zien, een case met matige tot slechte kan de temperaturen iets tot flink laten oplopen. Een open bench test is daarmee dus redelijk accuraat voor menig ’typisch’ degelijk tower systeem, maar blijf altijd nadenken over de gevolgen van jouw andere hardware.

Verder, onthoud ook dat synthetische tests aanmerkelijk zwaarder zijn dan typische game tests, vooral vanwege de consistentie van de belasting; een typische game geeft geen constante 100% load. Goede resultaten in synthetische tests geeft dus bepaalde zekerheden voor praktische applicaties. Hou daarbij wel rekening dat de ene CPU de andere niet is en dat variabelen als case airflow, warme grafische kaarten, of een kacheltje op je bureau in de winter ook invloed kan hebben. Je kan resultaten tussen verschillende reviews dus niet uitwisselen, noch garantie claimen dat jij bepaalde temperaturen die wij halen ook haalt. Dit is primair een vergelijking tussen koeloplossingen, zij het met praktische insteek.

Testresultaten


De resultaten met alle ventilatoren, pompen, en wat moderne koelers dan ook wel niet kunnen bedenken vol open:


Voordat we relativeren, eerst even de -maximale- geluidsproductie:


Hey, opvallend! De ML240R is een stukje koeler dan de ML240L en dat bij een lagere geluidsproductie, meer verschil dan je zou verwachten van addressable RGB fans dus er is wel degelijk wat ‘anders’ aan. Puur naar de koelprestaties kijkende moeten we de ML240R zelfs complimenten geven want voor ‘slechts’ een 240mm AIO danst hij met grotere modellen waar de laatste paar MasterLiquids toch wat meer achter blijven. Zo staat hij ook net voor de Kraken X62 bijvoorbeeld, en die was toch lange tijd ongeslagen.

We beperken elke koeler tot 40,0 dBA:


Ook hier zien we dat de ML240R weer goed standhoudt, heel erg goed zelfs. Wat er precies aan veranderd is weet ik niet, of misschien is deze specifieke gewoon net even beter, maar het is goed nieuws dat de voorheen ‘ok’ prestaties nu gewoon ‘erg goed’ zijn. Nipt achter de 280’s ditmaal, maar wel goed op niveau.

Toch blijft de geluidsproductie de uitdaging voor Cooler Master. Deze pomp bleef stiller wat een onhoorbare build in theorie mogelijk zou maken, maar de indruk die de ventilatoren achterlaten blijven gewoon minder dan die van o.a. de NZXT Krakens of Corsair H150i Pro om maar wat voorbeelden te noemen. Het is niet eens zo dat het maximale volume zo extreem is, maar het geluid wat je hoort is simpelweg niet rustig; er zit een golfbeweging in het geluid en ondanks dat de grafiek dat niet zo toont merk je dat wel. Ook zouden we ze nog wat stiller willen hebben op lage toeren. Hij is redelijk stil te houden, maar de onhoorbare pc bereiken we er net niet mee.

Wellicht overbodig om toe te voegen: maar met een standaard PWM fan profiel is de minimale geluidsdruk beperkt. Niets weerhoudt je ervan om in de meeste omstandigheden op de 600 RPM te blijven, een geluidsproductie waarbij je enkel in de stilste omgevingen zal waarnemen dat de pc aan staat.

Verlichting


Cooler Master heeft de constructie niet helemaal dichtgeplat dus konden we beter tonen hoe alles in elkaar zit. Verliest iets van de magie zo denk ik, maar voor de geek ook wel leuk. Ik voorzie wel dat creatieve mensen hier andere covers voor gaan bedenken. Het resultaat is volgens mij leuk, maar de deur staat open voor modders lijkt het.




Not bad right? We merken wel op dat de pomp verlichting redelijk bescheiden blijft, het is wat minder opvallend dan bijvoorbeeld de NZXT tegenhanger. Maar nogmaals, voer voor modders?





Conclusie


In de MasterLiquid serie is de ML240R duidelijk de leukste. Niet alleen is addressable RGB gewoon leuk speelgoed, maar we zien ook dat hij koeler en stiller blijft dan zijn goedkopere broertjes. De koelprestaties doen niet of nauwelijks (praktisch niet) onder voor sommige grotere modellen waar we vorige keer wel wat verschil zagen, dus dat is gewoon een compliment waard.

De grootste kanttekening blijft echter wel de geluidsproductie, vooral wat de ventilatoren betreft zien we het verschil tussen dit leuke, betaalbare alternatief en de prestaties van de (duurdere) high-end units. Zowel op maximale toeren waar het geluid niet zo zeer luid maar wel wat onrustig is, als bij het temmen naar een echt onhoorbaar systeem. Het is de eerste consequentie die je dient te accepteren. Stil is overigens relatief, want je hoort hem op lage toeren bijna niet, wij weten alleen wat het is om een systeem totaal niet waar te kunnen nemen vergeleken met wat de gemiddelde consument een stille pc zal noemen. Kritische of gevoelige oortjes waarschuwing blijft dus op zijn plaats.

De tweede kanttekening is de garantieperiode van 2 jaar. Standaard voor hardware, maar NZXT en Corsair geven 6 jaar, en ook menig andere concurrent weet tussen de 3 en 5 te bieden. Een AIO is een mechanisch component, kan kapot zelfs als het een top design is, en garantie wegen we dan ook op de eindwaardering.

Hoewel de prijs van de ML240R een stuk hoger is die van zijn voorgangers, 119 euro versus nog geen 70 euro voor de versie met ‘gewone’ RGB (let op, ook prestatieverschil) wat best wel fors voelt, blijft de prijsstelling van Cooler Master nog altijd één van de sterkere punten. Niet alleen is de Cooler Master in absolute termen goedkoper dan de concurrerende AIO’s in de grafiek, maar zodra je (addressable) RGB fans gaat toevoegen loopt het verschil nog verder op, de kosten van Corsair LL of NZXT Aer fans zijn heel fors, waar CM juist zo vriendelijk is om dat vast bij te voegen. Uiteraard wel met kanttekening dat die andere fans ook wel beter zijn cq stiller kunnen werken.

Twee overwegingen versus een flink aantrekkelijke prijsstelling dus, geen onredelijke afweging lijkt ons. Daarbij nogmaals even wat kudos voor de keuze om zowel ‘open’ te integreren met addressable RGB headers op zowel Asus, MSI, ASRock en Gigabyte moederborden als de toevoeging van de fijne, magnetische controller waarmee je ook zonder moederbord zowel effecten als individuele kleuren kan beheren. Dit redelijke alternatief van Cooler Master op ‘wij maken ons eigen gesloten systeem dat beter is dan de concurrentie’ (wat 99/100x niet beter is dan de concurrentie… en niet samenwerkt…) zien we toch als iets wat we moeten aanmoedigen, zelfs in de wetenschap dat de keuze uit noodzaak komt in plaats van een echte wens, want als fanatiek RGB eindgebruiker kunnen we je vertellen dat het veel fijner is om allen in één softwarepakket onder controle te hebben dan er twee of drie te moeten gebruiken.

Al met al een leuke deal dus voor een visueel dikke aRGB kit. Niet perfect, maar dat kunnen we voor het grote prijsverschil wel voor lief nemen.



Enkele hogere res fotos voor de liefhebber, klikken voor de volledige versie:

Over Stephan
Stephan en Nada kennen elkaar dankzij online gaming en een liefde voor toffe tech. Tegenwoordig houden zij elkaar bezig met maken van reviews van computer hardware. Hun doel: Uitgebreide reviews die je een realistisch beeld geven van wat je van het product mag verwachten.