Mountain Everest Max review


In hoeverre kan je nog écht innoveren aan een toetsenbord? Een vraag die we ons geregeld stellen wanneer er weer een typisch Cherry MX mechanisch bord op de markt verschijnt. Slecht zijn ze zelden, goed of zelfs uitstekend praktisch altijd, maar los van wat standaard features en lichtjes ontloopt het elkaar allemaal niet zoveel.

En toen lag hier een doos van Mountain, een ogenschijnlijk compleet nieuwe fabrikant, al weten wij (niet geheel stiekem) dat er meerdere mensen achter zitten met een langere geschiedenis in de pc hardware. En specifiek ook toetsenborden. Wat bleek, zij hadden nog wél wat ideetjes over hoe een mechanisch toetsenbord beter en moderner zou kunnen.

Het resultaat is de Everest Max, een toetsenbord met een niet misselijke prijs van 249 euro. Maar als Corsair het kan vragen, waarom niet?


De Concept


In de basis is de Everest Max vooral een modulair toetsenbord. Die term hebben we eerder gehoord, maar Mountain doet wat nieuws met elk van de verschillende onderdelen. Nog belangrijker: je kan zelf kiezen welke je wel en niet wilt bij aanschaf. Wel zeggen wij direct: de charme ligt voor ons bij de combinatie van de extra onderdelen: het losse numpad, de display, de polssteun. Als je alleen het basis toetsenbord zoekt, heb je nog 100 alternatieven tot je beschikking.


Dat de gasten van Mountain wel liefhebbers zijn, zie je ook terug in de andere aanschafopties. Zo kan je zelf je switch selecteren, en kan je ook voor PBT keycaps kiezen. Daarover straks meer. Je hebt de bekende switch opties, zoals Cherry MX Red en Brown; voor een tientje meer kan je ook MX Speed Silver of MX Silent Red kopen als je liever nóg snellere actuatie wilt, of net wat meer demping. Daarbij zijn de switches ook nog hot-swappable, dus je kan ze veranderen: vervangen mocht er één kapotgaan, of bepaalde knoppen een ander gevoel geven. De tikervaring is in elk geval helemaal bekend als je al een mechanisch toetsenbord gewend bent.

Met de basis is weinig mis: het is een net aluminium frame, en de branding is minimaal maar wel chic. De bouwkwaliteit is goed, al blijft het lastig om te concurreren met tanks zoals die van Leopold; de vergelijking met bijvoorbeeld Corsair of Cooler Master kan Mountain prima aan. Het font is relatief strak gehouden, en daar ben ik wel voor.




De basis mag standaard ogen, toch komen we hier al de eerste leuke innovaties tegen. Zo zitten onderop flink wat geulen om je kabel af te voeren zoals je wilt, en hoogteverstelling doe je door middel van magnetische risers. Verder krijg je wat extra switches om een beter gevoel te krijgen voor elk type switch. Dat is fijn, want ik kan het je wel vertellen, maar uiteindelijk moet je het zelf ervaren. Nu kan je dus een beter beeld krijgen bij wat je van alternatieve switch sets mag verwachten.


Ook prachtig is de USB 3.0 hub die erin zit. Geen twijfelachtig trage USB 2.0 passthrough, maar een volwaardige USB 3.0 hub, waardoor je deze USB-poort wél voor o.a. snelle opslag kan gebruiken. Een hubchip zijn de kosten niet, maar het is één van de eerste punten die we zien waaruit blijkt dat Mountain bij dit bord een stapje verder gaat dan de concurrentie.


Prachtig om te zien, maar ABS keycaps slijten wel sneller. Pak dus bij voorkeur de PBT-versie.


Je kan natuurlijk al die RGB rond het bord aanpassen…

Eén nadeel: de standaard Everest Max heeft “slechts” ABS keycaps. Dat is hetzelfde soort als op de meeste gaming borden zit, maar op dit prijspunt? Liefhebber non-gamer bordjes hebben vaak PBT caps rond de 120 euro, en Corsair’s K95 en K100 bieden dat tegenwoordig ook. PBT keycaps voelen niet eens direct veel beter, maar worden wel minder snel vies en glimmend. Gelukkig geeft Mountain je de optie dit te upgraden voor een paar tientjes. Dat zou ik ook doen als je toch al bereid bent 250 euro uit te geven.


Numpad


De belangrijkste feature in mijn optiek is het verwijderbare numpad met vier instelbare streamdeck stijl knoppen bovenop. Dat laatste is natuurlijk harstikke leuk om je eigen snelkoppelingen en logo’tjes op te zetten, maar voor mij is het dat modulaire waar ik blij van word. Ik kan niet zonder numpad voor al het Excel-werk, maar als ik wil gamen heb ik liever een compacter bord.



Het feit dat je hem weg kan halen voor extra ruimte voor je muis, levert voor mij dan ook dikke punten op. Zelfs met een fors bureau merk je tijdens het gamen dat extra ruimte gewoon fijn is, vooral als je net als ik het liefst op lage DPI settings FPS games speelt.


Extra punten krijgen ze voor het feit dat je hem ook aan het linkerkant van het bord kan koppelen, en nog meer punten omdat hiervoor USB Type-C aansluitingen gebruikt zijn. Dat geldt ook voor het bord zelf, en voor het display dock dat je verderop ziet. Het voordeel van USB Type-C is dat je het numpad eventueel ook met het (meegeleverde) kabeltje kan aansluiten, als je hem liever wat verder van je toetsenbord hebt.



Polssteun


Een polssteun is niets nieuws, maar het is wel verdomd fijn voor de intensieve typist en gamer. Deze is echter in het TKL formaat, dus het numpad valt buiten de boot. Dat is, als fanatieke numpad gebruiker, wel even wennen. Een goed alternatief is het numpad los te koppelen en wat hoger op de pootjes te zetten, dan werkt het meer zoals een separaat numpad op bijvoorbeeld een laptop.


Dock


Het laatste extraatje is de media dock. Die geeft je media keys plus een instelbaar display. Geen touch display overigens. Dit is in mijn optiek de meest “gimmicky” feature die erop zit. Media keys zijn top, en het display geeft je wat leuke opties: analoge of digitale klok spelen, profielen beheren, volume aanpassen, RGB modi aanpassen, wat performance stats bekijken, et cetera.




Niet verkeerd, maar in normaal gebruik kwam ik er eigenlijk maar nauwelijks aan. Behalve klokje spelen en volumewiel gebruik kon ik er niet echt een goed doel voor vinden, hoewel het wel “leuk” is. Wellicht dat er met software straks nog wat meer mogelijk is.

Je kan hem overigens links en rechts plaatsen, dat is wel leuk bedacht. Net als dat je hem weg kan laten als je een keer met enkel het TKL-deel op pad wilt.




Conclusie


Niet veel fabrikanten innoveren echt enorm met hun toetsenborden, en menig innovatie is al snel een gimmick. Aan de basis valt tenslotte niet veel meer te doen, want goede toetsenborden met goede switches en een goede bouwkwaliteit zijn er dertien in een dozijn. De Mountain Everest is alleen al interessant omdat het uit het niets komt met een product dat op een paar fronten echt meerwaarde biedt.

De media dock en de streamdeck-stijl knoppen op het numpad zijn voor mij wel een tikkeltje gimmicky, zeker omdat Mountain met hun software nog niet op het niveau is van Corsair, specifiek Elgato met hun stream deck. Ik vind het geen halszaak, want gedurende de testperiode hebben ze al meerdere updates gepusht en ze zijn er dus hard mee bezig om meer features toe te voegen, maar ik wil wel opmerken dat dat het Everest concept een beetje als een Kickstarter project overkomt: je koopt je als liefhebber in op een uniek toetsenbord, en accepteert dat de software hier en daar nog wat extra features kan gebruiken. In de basis krijg je dus wel wat extra programmeerbare LED-knoppen op je numpad, plus een display voor wat basale informatie, dat dubbel dienst doet als media wheel.

De echte winst zit voor mij in het afneembare numpad, waarmee je extra ruimte vrij maakt voor je muis tijdens het gamen, en het feit dat hij ook links geplaatst kan worden, en desgewenst via een kabel verderop op je bureau. Klinkt als een kleinigheid, maar dat was de reden waarom de ASUS Claymore (ook met afneembaar numpad) mij heel erg beviel. Mountain doet dan veel meer voor vergelijkbare prijzen als die ASUS. Plus, doordat alles afneembaar is, is het ook nog een LAN-party bord in disguise, zodra LAN-parties weer een ding worden post-Corona.

Bovendien is het een zeldzaam bord met een echte USB 3.0 hub in plaats van een trage USB 2.0 passthrough; minder ideaal voor lag-gevoelige hardware, maar veel beter voor bijvoorbeeld SD-kaartlezers of USB sticks, zonder dat je meteen een extreem dikke kabel krijgt. Sowieso loopt alles via USB Type-C. Menig toetsenbord heeft een vaste kabel, sommige nog een micro USB kabel, en die extra kostenpost levert Mountain punten op. Verder kan je de switches nog vervangen ook, dus of je nu een kabelbreuk of een kapotte switch hebt, met de Everest kan je eenvoudig verder waar veel ander gaming borden (ook van 200 euro) de prullenbak in kunnen.

Dat is echte meerwaarde, en daardoor is dit ineens één van de eerste borden die het in een lange tijd het voor elkaar krijgt om tot daily driver gepromoveerd te worden. Tenminste, zodra ik de rode pure gaming switch omruil voor een meer all-round bruine. Maar goed, je hebt keuzevrijheid op de site van Mountain, zowel wat toetslayout als switch betreft. Het enige bezwaar? De prijs: 250 euro voor het complete bord, of 280 euro voor de PBT versie die je eigenlijk wilt hebben. In mijn optiek had Mountain beter alleen PBT versies kunnen maken en de ABS versies geen afbreuk laten doen aan de overall goede kwaliteit. 250 of 280 euro maakt weinig uit, dat zijn liefhebber-prijzen en dan moet je geen punten laten liggen met meh-keycaps.

De liefhebbers die niet op het geld hoeven te letten en de featureset zien zitten? Ik vermoed dat die niet ontevreden zullen zijn met hun bordje. De bouw is goed, switches zijn bewezen, en hoewel je niet alle tricks zal gebruiken zit er genoeg in wat je elders niet gaat vinden. Zeker niet alles bij elkaar in één product. Zo zet de nieuwkomer in een klap één van de meest opvallende, complete, en betere borden van dit moment op de markt.

Interesse? Dit bord is (vooralsnog) enkel via de website van Mountain zelf te bestellen.


Vragen over de producten die we bespreken? Aankoopadvies nodig of gewoon gezellig chatten met ons? Je vindt ons op:
Onze Discord server voor chat en tech talk (gratis en geen installatie noodzakelijk).
Techtesters YouTube
Techtesters op Instagram
Foritain op Twitter (auteur, test-chef)
Nadalina op Twitter (baas, foto-heldin)

Over Stephan
Stephan en Nada kennen elkaar dankzij online gaming en een liefde voor toffe tech. Tegenwoordig houden zij elkaar bezig met maken van reviews van computer hardware. Hun doel: Uitgebreide reviews die je een realistisch beeld geven van wat je van het product mag verwachten.