Als je de inleiding hebt gelezen weet je al een beetje waar ik in dit onderdeel heen ga: In eerste instantie dacht ik dat dit Cherry MX Black switches waren, wat natuurlijk positief is als ‘kloon’. Een betere beschrijving zou zijn dat direct op viel dat het lineaire switches waren, maar het directe “oh wat licht” gevoel wat Cherry MX Reds geven ontbrak. Uiteraard zijn deze switches daarmee wel merkbaar ietwat zwaardere switches, iets wat zeker niet voor iedereen ideaal zal zijn, maar als toch fanatieke liefhebber van de bruine variant (minuscuul lichter met een kleine tactile feedback bij actuatie) lagen ze mij zelf direct erg goed. Zodra je er een Cherry MX Black switch direct naast legt dan valt uiteraard wel op dat die nog een stukje zwaarder is. Mijn persoonlijke bezwaar tegen Reds is dat ze dusdanig licht zijn dat ik met een rustende vinger wel eens aanslagen kan maken. Daar heb ik met Blacks geen last van, maar ook met deze Kailh switches niet. Een interessante tussenoplossing zo lijkt het.

De vereiste druk wordt in de specificaties genoemd als 50 gram, maar zoals gebruikelijk bij lineaire switches is dat de vereiste druk voor activatie. Bij ca 40 gram komt de toets in beweging, en je zal richting de 70-75 moeten gaan om hem tot op de bodem in te drukken (‘bottomen’). Vanwege de hogere vereiste druk aan het einde van de curve als bij Cherry MX Reds en Browns is het wat makkelijker om bij dit bord (en Cherry MX Black uiteraard) niet te bottomen, wat een opvallend stillere tik-ervaring als gevolg heeft. Dit bottomen is namelijk de oorzaak van het meeste geluid wat van een mechanisch bord af komt. Vergis je echter niet: zelfs met ‘af en toe’ bottomen is een mechanisch bord, zelfs met lineaire switches, in de praktijk luider dan een rubber-dome budget bordje.


Toch wil ik de keuze voor Kailh niet af doen met enkel ‘voelt goed en ik dacht eerst dat het Cherry was’, want een mechanisch toetsenbord draait 90% om de ervaring van de switches, dus het is van groot belang dat die ervaring klopt. Feit is dat niet iedereen overtuigd is van Kailh switches. In veel gevallen is die ervaring wel gebaseerd op de switches met een tactile bump of een ‘click’, die dan net even anders voelt dan de Cherry bump/click. Bij een lineaire switch is geen sprake van een dergelijke voelbare actie in de beweging, en is het dan ook veel en veel lastiger om echt onderscheid te maken tussen de merken, iets wat hier dus in het voordeel van Kailh uitpakt. Ze voelen in elk geval niet minder stevig, of alsof er speling in zit of iets dergelijks, al kan je vraagtekens zetten bij wat je met die informatie kan. Het enige wat speelt is dan de vraag of deze Kailhs ook daadwerkelijk de 60 miljoen aanslagen gaan halen, maar de kans dat ik dat in mijn leven ga halen is vrij klein, laat staan binnen een periode waarin het zinvol is een review te maken. Krijg ik de indruk dat het structureel niet goed zit? Zeker niet, maar de tijd zal het ons leren.




De WASD toetsen zijn uiteraard ook van de partij mocht je een potje willen gamen, of een zin willen schrijven, wie weet?

Verder valt de V700 als toetsenbord-totaalplaatje weinig op. Het materiaal van de behuizing is vrij mat en lijkt gelukkig weinig gevoelig voor vingerafdrukken. Onder je polsen is het niets anders dan ‘gewoon plastic’, dus geen grippy-materialen, soft-touch coating, of wat dan ook. De toetsen zelf zijn ook vrij standaard ABS plastic, al zijn ze iets grover uitgevoerd dan recentelijk gebruikelijk is wat ze wat ruwer aan doet voelen en ook wat meer grip geven. Zeg maar een beetje zoals “toetsen van vroeger” maar wederom zal je er in de praktijk weinig tot niets van merken tenzij je vergelijkend materiaal naast elkaar zet.

Wat je wel duidelijk in de praktijk kan brengen, althans als je er naar op zoek gaat, is de karige implementatie van de anti-ghosting feature. Ik wil de press release van de V700 even deels quoten: “The V700’s anti-ghosting function allows multiple keys to be pressed simultaneously regardless of how many keys are pressed at the same moment.” Nou ja, dat is wel waarheid inderdaad: Je kan zeker meerdere toetsen tegelijk indrukken los van hoeveel toetsen je op dat moment al indrukt. Of de computer ze vervolgens allemaal registreert is echter een ander verhaal, want daar is namelijk totaal geen sprake van, en dat is toch eigenlijk precies wat anti-ghosting zou moeten doen. Afhankelijk van welke toetsen je combineert loop je namelijk bij 5 of 6 toetsen tegelijk al tegen de limiet aan (zeg maar een beperkte 6KRO), waarbij het bord verdere aanslagen niet registreert. In hoeverre het relevant is is lastig te bepalen, want de enige reden dat ik er achter kwam was omdat iemand anders mij er op wees, nadat ik al aardig had zitten gamen (Counter Strike: Global Offensive en Shadow for Mordor) en schrijven zonder dat het was opgevallen. Split-screen gamen op één toetsenbord is duidelijk uitgesloten, maar ik geloof niet dat iemand dat sinds de jaren 90 nog heeft gedaan (zeg ik met pijn in mijn hart). Gebruikers die van zichzelf weten dat 5-6 knoppen tegelijk kunnen indrukken onvoldoende is kunnen dit bord echter direct voorbij laten gaan. Zonde.

Verder is de Rapoo VPRO V700 in gebruik eigenlijk ‘gewoon een ramplank’, maar dan met mechanische switches. Geen backlight om je te helpen in het donker, geen opvallende of gekke features, toetsers of bellen. Enkel het korte polssteuntje is een klein handigheidje wat m.i. goed van pas komt bij een mechanisch bord omdat de toetsen immers altijd wat hoger zijn dan bij rubber-dome bordjes. Het is geen volwaardige polssteun, maar voor normaal gebruik maakt die paar centimeter toch al een aardig verschil.

Over Stephan
Stephan en Nada kennen elkaar dankzij online gaming en een liefde voor toffe tech. Tegenwoordig houden zij elkaar bezig met maken van reviews van computer hardware. Hun doel: Uitgebreide reviews die je een realistisch beeld geven van wat je van het product mag verwachten.